Ruim een half jaar is Adviesbureau Lüning bezig om actief in haar projecten de CO2-uitstoot van de gebruikte materialen te monitoren en waar mogelijk te reduceren. Tijdens het symposium ter ere van het 40-jarig bestaan van het bedrijf, afgelopen donderdag in het Natural Pavilion in Almere, presenteerde het bureau haar ervaringen.
Gert-Jan Rozemeijer, directeur van Adviesbureau Lüning, vertelt: “Eind vorig jaar ontstond het idee om op basis van het Paris Proof Rekenprotocol van NIBE/ DGBC de uitstoot van onze constructies te gaan berekenen. Doel was het bepalen van de materiaalgebonden CO2-uitstoot van alle opgeleverde projecten van 2022 en te rapporteren in een jaarverslag.” Het vinden van correcte data was lastiger dan gedacht, maar uiteindelijk lukte het om in mei van dit jaar het eerste Jaarverslag Paris Proof Constructies 2022 te publiceren. Sindsdien is Adviesbureau Lüning de daartoe ontwikkelde ‘Paris Proof Quickscan’-tool gaan toepassen op lopende en nieuwe projecten. De eerste inzichten en bevindingen hiervan werden afgelopen donderdag gepresenteerd aan een zaal vol relaties van het adviesbureau tijdens het symposium Paris Proof Constructies, ter ere van het 40-jarig jubileum van het bureau. Het onderzoek levert 5 belangrijke conclusies op.
Adviesbureau Lüning is gespecialiseerd in het ontwerpen van houtconstructies. In de basis zijn deze constructies al behoorlijk duurzaam, hout heeft immers een relatief lage footprint. Er bleven echter belangrijke vragen onbeantwoord: hóe duurzaam is “duurzaam” eigenlijk? En zijn onze constructies wel duurzaam genoeg? In een poging om deze vragen goed onderbouwd te kunnen beantwoorden is Lüning aan de slag gegaan met het Rekenprotocol Paris Proof Constructies van NIBE/ DGBC. Deze rekenmethode bestaat uit het kwantificeren van de materiaalgebonden CO2-uitstoot en geeft grenswaarden waaraan deze getoetst kunnen worden. De grenswaarden komen overeen met het beschikbare CO2-budget om binnen de 1,5 graden opwarming te blijven, vandaar de verwijzing naar het klimaatakkoord van Parijs in de naam van het protocol. Op basis van deze rekensystematiek zijn als eerste stap alle opgeleverde projecten van 2022 beoordeeld.
Vertrekpunt voor het beoordelen van de opgeleverde projecten waren de MPG-berekeningen die voor de projecten aanwezig waren. Het rekenprotocol gebruikt namelijk een deel van de data uit dezelfde bron, de Nationale MilieuDatabase (NMD). Al snel bleek echter dat dit tot onjuiste resultaten leidde. Enerzijds schoot de aanwezige data uit de NMD danig tekort, anderzijds bleken er veelvuldig verkeerde materialen te zijn geselecteerd in de MPG-berekeningen. Samen met Quake, het innovatieplatform van Oosterhoff, is veel energie gestoken in het verkrijgen van betere data. Dit resulteerde in de Quickscan Paris Proof Constructies. Een makkelijk toegankelijke tool die op basis van gevalideerde en betrouwbare data materiaalgebonden emissies berekent. Hiermee is het eerste probleem opgelost.
De oplossing voor het andere probleem is simpel: laat de adviseur de emissies van zijn eigen ontwerpdiscipline bepalen. Het onderzoek liet zien dat de uitkomsten van de berekeningen erg gevoelig zijn voor zaken die diepgaande kennis van het ontwerp vereisen. Zo is de uitstoot van de constructie sterk afhankelijk van zaken als bijvoorbeeld betonmengsel, wapeningspercentage, houtsoort en type verbindingsmiddelen. Het juist selecteren van materialen op een dergelijk detailniveau vraagt veel inzicht in het ontwerp. Inzicht dat iedere adviseur voor haar eigen discipline het beste heeft. En misschien nog wel belangrijker, op deze wijze kunnen adviseurs de quickscan inzetten als ontwerptool. Door verschillende ontwerpvarianten te berekenen met de quickscan kan de CO2-emissie betrokken worden bij het maken van ontwerpkeuzes. Dit maakt sturen op Paris Proof tijdens het ontwerp werkelijk mogelijk.
Toen eenmaal de juiste milieudata waren verzameld was de volgende stap de projecten van 2022 met terugwerkende kracht doorrekenen. De uitkomsten, die zijn gepubliceerd in het Jaarverslag Paris Proof Constructie 2022, waren verrassend en gaven direct nieuwe inzichten. Van alle projecten uit 2022, bleek (slechts) 60% te voldoen aan de grenswaarden van Paris Proof, ondanks dat alle projecten in hout waren gerealiseerd. Het toepassen van hout heeft weliswaar een positieve invloed op het verlagen van de materiaalgebonden emissies maar is niet in alle gevallen voldoende. Ook valt op dat de projecten die in 2022 voldoen aan Paris Proof, dit in 2028 niet meer halen. Dit komt omdat bij het vaststellen van de grenswaarden er voor gekozen is om deze richting 2050 steeds strenger te maken. Het blijft dus noodzaak om continu te verbeteren in het verlagen van de CO2-uitstoot.
De berekeningen uit het Jaarverslag tonen welke onderdelen van de constructie een meer dan gemiddelde bijdrage leveren aan de totale CO2-uitstoot van de constructie. Zo heeft Adviesbureau Lüning veel inzicht gekregen in de invloed van onder andere de verschillende betonmengsels, de hoeveelheid wapening in het beton en de stalen verbindingsmiddelen in de houtconstructie. Deze nieuwe kennis is waardevol in het ontwerpen van volgende constructies. Gert-Jan Rozemeijer: “Duidelijk is dat we als adviseurs pas net begonnen zijn met het CO2-bewust ontwerpen en dat hier nog veel kennis en kunde te vergaren is.”
De eerste stap is nu gezet door Adviesbureau Lüning om de materiaalgebonden emissies voor de constructie te berekenen, gedurende het ontwerpproces te monitoren en waar nodig bij te sturen. En hoewel de constructie veruit het grootste deel van de hoeveelheid toegepast materiaal betreft (ongeveer 60%), is het noodzakelijk dat dit ook voor alle andere materialen zal worden opgepakt. Het streven is uiteraard om op gebouwniveau Paris Proof te zijn en niet alleen de constructie. Om samen met alle disciplines een Paris Proof gebouw te ontwerpen is het nodig om te starten met het verdelen van de schaarse middelen. Dit betekent dat naast het alloceren van financieel budget ook het verdelen van het CO2-budget bovenaan op de agenda van de ontwerpvergadering dient te staan.
De huidige studie wordt slechts als een eerste stap gezien door Adviesbureau Lüning. Om een Paris Proof toekomst te realiseren, zullen adviseurs zich in hoog tempo moeten bekwamen in CO2-bewust ontwerpen. Adviesbureau Lüning heeft de handschoen opgepakt, wie volgt?